Vandaag wordt Keti-Koti gevierd: gebroken ketenen. Een dag voor mij om stil te staan bij slavernij. Toen, en nu.
Op 1 juli 1863 schafte Nederland de slavernij af in Suriname en op de Nederlandse Antillen. Enkele jaren eerder (1859) deed ze dit al in Oost-Indië. Hoewel slavernij legitiem bleef tot in de 20e eeuw in de indirect bestuurde delen van Nederlands-Indië.
Nederland was hier relatief laat mee. Denemarken maakte als eerste Europese land reeds in 1803 een einde aan de slavernij. Het Verenigd Koninkrijk verbood eerst de slavenhandel (1807) en toen slavernij in z’n geheel (1833). Frankrijk maakte in 1848 een einde aan slavernij.
Een einde? Slavernij is nog altijd wijdverbreid, vandaag, en zelfs hier in Nederland. Wij kopen producten gemaakt door (kinder)slaven, en in Nederland is economische uitbuiting van illegalen of van werknemers in de agrarische sector of de horeca, en uitbuiting in de prostitutie aan de orde van de dag.
Maak ik me wel voldoende druk hierover, vraag ik me vanochtend af?